Vleugelslagen in de ecologie van de geest
 

Ceci n’est pas un blog

Hoewel Sook in zijn zeer beperkte en zeer beschermde omgeving de enige in zijn soort was en hij als vanzelfsprekend een meer dan legendarische status – slechts mee- en tegendenkers als Bud, de Zoon van Hera en het Driemanschap van Jeruzalem steken hem naar de kroon – zou bereiken en hij de suggestie deelde dat hij openstond voor de intenties van de ander is dit geen weblog in de enge zin van het woord.

Waarom of voor wie stellen we die immers op? Wie zij die doelgroep?

Was het in twijfel trekken van het onwrikbare vertrouwen op het eigen gevoel niet de definitieve uitnodiging om de geest open te stellen, zodat zij niet langer alleen op zichzelf leek te bestaan, zoals de autocraten uit de vijfde eeuw van voor dachten te leven? Maar heeft het er niet alle schijn van dat dit hoegenaamd is misgelopen, gezien de milieu-ontwrichtende stap om het animeren van de gehele wereld een halt toe te roepen?

Tegelijkertijd echter blijft het lastig te kwantificeren hoezeer we de hopeloze uitzichtloosheid van de wereldeconomie 400 voor en de massamoordende onveranderlijkheid van het eeuwigdurende Egypte hebben overwonnen en in hoeverre we dit als onomstotelijk bewijs van de openheid van onze geest beschouwen mogen. We hebben onze geest ontworsteld aan de spierballentaal van het eigenwijze, betweterige probeersel – un etre essaie – dat wij “onszelf” noemen, de ruimte die wij veronderstellen in onszelf, in andere wezens en in alle dingen en waarmee wij hen tot leven wekken, alsof we zelf goden waren, ook daar waar de technocraten van deze laatste eeuwen nooit animatie hebben teruggevonden.

De gedachtebeweging is duidelijk – de technocraten zullen deze vorm van animatie ook nooit terugvinden en zij zullen – in their self-defeating fashion – de conclusie trekken dat die ook in geen enkel opzicht gerechtvaardigd is en zij zullen, glimlachend als Amerikanen, ons onszelf ontnemen. De enigen die verzet zullen bieden, zullen de aanhangers van die Prins zijn, die ook al geen inzicht had in de hoopvolle dialektiek van het kapitaal. Maar zij staken hun verzet, de verzakers, die zich als buddy’s afficheren, weinig fiducie in het zelf als zij hebben.

Eenzaamheid is een illusie, een aforisme dat trots boogt op een traditie in de geest van “Wie dit leest, is gek.” De waarheid is een locativus, maar geen rechtvaardiging en ook niet de vale hoop van het zelf om de noemer, het letternummer, gedeeld te hebben en op basis daarvan te kunnen voortbestaan. Voorzeker is IJdelheid de grootste zonde.¹

O Levinathan!

“Iedereen zijn eigen waarheid,” wordt wel’es beschouwd als het gecentraliseerde postmoderne credo of beter nog het credimus. En zeker, mijn bruto jaarinkomen komt niet in buurt van 20.000 euro, wat in deze ruimtetijdelijke contreien een onmenselijk laag bedrag lijkt te zijn. Wat is het van mijn buurman, of is het een -vrouw? Hier tegenover woont iemand in de war.

 

¹ Mensen met “karakter” bogen erop, mensen met een meer verfijnde smaak hebben goede redenen voor hun superieure voorkeur. Ja, ook zij die zonder inhoud zijn, zijn uit hetzelfde hout gesneden.


Een Baken en hoe daar te komen

Als ik aan Bakens denk, denk ik aan Karl, maar ik denk ook aan Fëanor. En in beider situatie leverde het Baken als vanzelf ook de route, gezien de context waarin de beweging plaatsvond.

Was het maar zo’n feest, voor zover we kunnen spreken van een dergelijk spetterend punt B. Ons punt B echter is zowel ondeugdelijk als lichtbron als weinig helder als het gaat om het te volgen pad. We zullen evenmin overeenstemming bereiken over de wenselijkheid van het doel, bij gebrek aan criteria van correctheid. We zullen achterblijvers en avonturiers van elkaar onderscheiden, hoewel strikt genomen ieder mens als avonturier tegen wil en dank beschouwd kan worden.

Zoals we vuurtorens of pulsars kennen zo komen we er niet. En het baken zelf is geen eindpunt, het is een startpunt. Als we onszelf enigszins hebben leren kennen, is iets begrijpen slechts een beperking van het begrip en is iets doorgronden een gelukkig tijdelijke hallucinatie en niet meer dan een instantiatie van onze creativiteit.

Als we het proberen vast te leggen, dan ontsnapt het je net. Je krijgt de neiging om te zeggen – precies op tijd.

 


Pulp affliction

Eerst maar es een antwoord op die alomtegenwoordige vraag – wat postmodern is. Of beter – wat “postmodern” is.

Het wordt vaak geformuleerd als het verlies van de grote verhalen, van het kantiaanse en spinozenne appèl aan onze intelligentie en als je het hebt over intelligentie, dan eis je ook iets van iemand. Het is geen beroep dat je doet, het is niet zoiets als een vragende of anderszins betekenisdragende oogopslag, het is in de allereerste plaats een checkpoint:

“Heeft het zin met jou van gedachten te wisselen?

Misschien klinkt dat dan niet zo sprookjesachtig, maar dat is de Djinn van Jürgen Habermas ook niet erg. Op diverse fronten in deze allesverslindende Verwarring tegen het Grote Niets wordt wild en met veel verbaal geweld geschermd met claims van intelligentie en aanspraak op menselijkheid.

Dat om een goed mens te zijn je redelijk zou moeten zijn. Dat je ook iets van objectiveerbare waarde opgepikt zou moeten hebben. Dat het goed is je een beetje “western” te voelen. Dat wij, zorgzaam als wij zijn, de mensheid verrijken met fundamentele, onvervreemdbare rechten.

Maar postmodern is eigenlijk het best te karakteriseren als de droom die één Zwitser in ’43 kreeg. Het einde van de grote verhalen, omdat het ontologische onderpand van de grote ideeën niet meer dan een bosje sleutels blijkt te zijn, maar nog wel steeds het startpunt voor de autonomie van verhalen. Maffe verhalen, verhalen vol hoop.

Die droom werd bekend als de psychedelische revolutie.


Hello Whyrld

Vaak hoor ik dat mensen – als ze het anders hadden willen kunnen doen – wel verder zouden hebben gestudeerd. Niets is minder waar, maar voor het tegenovergestelde geldt dat net zo goed.

En wat let mij om daar geen werk van te maken.

Ik weet er immers alles van. En was het niet ook ooit mijn stellige droom om partizanen te ronselen in de eeuwigdurende en daarom ook zo betekenisvolle strijd tegen het Grote Niets?

Het Grote Niets, dat vooral door archeologen zo slecht begrepen wordt?

Het Grote Niets, aanbeden door Fenris, vergeten door astronomen. De Eenzame Plateau stichtte een academie, Aristos de Allerbeste een lyceum. Die heb je dus duidelijk helemaal niet nodig, die zijn verworden tot tijgers van papier.

Alles immers begint toch met Sook (voor Engelsen Socks).