Vleugelslagen in de ecologie van de geest
 

Niet de letter maar de geest, oh nee, het spook van de recessie

Zie https://www.nrc.nl/nieuws/2019/08/16/voor-het-eerst-sinds-2008-recessiealarm-in-vs-a3970219

De achtergrond lijkt me op zichzelf duidelijk. Nu het gedachtenexperiment:

Volgens mij kunnen we 4 opties onderscheiden als we dit grofweg indelen in termen van objectief-nonobjectief (cis-objectief vs trans-objectief?):

p. Een omgekeerde rentecurve impliceert een recessie en we zijn daarvan overtuigd (geraakt).
q. Een omgekeerde rentecurve impliceert een recessie, maar we weten dat niet zeker of geloven niet dat dat zo is.
r. Een omgekeerde rentecurve is slechts een indicator voor een recessie, maar we zijn ervan overtuigd dat (p) en dáárom gebeurt het altijd.
s. Een omgekeerde rentecurve is slechts een indicator voor een recessie en we zien dit in. In een enkel geval wordt een recessie afgewend.

Welnu, in geval (q) gedraagt de relatie tussen rentecurve en recessie zich onafhankelijk van onze gedachten erover (i.e. we kunnen hoog of laag springen, het gebeurt) en in geval (p) volgen onze gedachten de werkelijkheid (zoals in het geval: “Het is zonnig.”). In geval (r) wordt de relatie tussen rentecurve en recessie beïnvloed door ons denken erover, maar we hebben dit niet door.

Wat deze 3 gevallen p-q-r gemeen hebben, is, zo lijkt me, dat we merken dat we te maken hebben met een proces waar we geen grip op hebben of krijgen. Dus ook in geval (q). Alleen geval (s) geeft enige “vrijheid,” maar dat moet dan ook collectief worden gerealiseerd.

Is deze asymmetrie niet het hart van het probleem?


Metabstract leren-ii

„Het is mooi opgeschreven”, reageert een docent Nederlands, „maar het is ook veel informatie. Alles lijkt op elkaar, het wordt een soort deken waar alles onder kan vallen.”

Abstracties kunnen natuurlijk misbruikt worden als “lege hulzen,” maar principieel bevatten ze veel informatie. Het genoemde “wolkendekeneffect” lijkt me het gevolg van onze verwarring over het abstractieniveau (A of B): een idee kan niet opbloeien zonder aanknopingspunten. Beginnetjes (van een oud rolletje plakband).

Een ander: „Kan het concreter? Je ziet her en der begrippen terugkomen, maar wat zijn nu de verschillen met het vakkenpakket dat er al was?”

Nee, het kan niet concreter. Wat wel kan – in een later stadium: een handreiking met verschillende mogelijke invullingen.

Nieuwe onderwijsdoelen zijn volgens de initiatiefnemers nodig omdat de huidige verouderd zijn, overladen en onsamenhangend.

Nou weet ik niet of doelen overladen kunnen zijn, maar de enige samenhang tussen vakken onderling was hun ontologische claim. Kan dat bij levensbeschouwing? Nou ja, dus geen samenhang.

Leerlingen moeten ook weten waarom ze iets leren.

En waarom hun bewustzijn kan bestaan. En waarom dan niet gelijk ook hoe?

Er staan algemeenheden in, zoals bij Moderne Levende Talen: „De school is een oefenterrein voor het grensoverstijgend leren communiceren: het biedt contexten die de leerlingen uitdagen om hun persoonlijke grenzen te verleggen.”

Dat lijkt me op zichzelf géén goed voorbeeld van een algemeenheid, behalve dan indien heel letterlijk – hè wat – genomen. Taalverwerving beschermt tegen waanzin: tja voorwaar een platitude als een Fries Hollandse koe.

Uit het conceptstuk Nederlands: leerlingen moeten „keuzes maken als het gaat om woordenschat, grammatica” om te leren „hoe vorm en betekenis samenhangen met het beeld en imago dat ze van zichzelf neerzetten.”

Dit gaat natuurlijk te ver: dat leer je helemaal niet bij Nederlands. Althans, zoiets zie ik niet bij collega’s. Maar het begin is er[in terug te vinden mits meta-abstract of beter metabstract geëquipeerd].

Is dit leren2.5..?

Bron: Mirjam Remie & Maarten Huygen – https://www.nrc.nl/nieuws/2019/07/03/destilleer-hier-maar-eens-een-curriculum-uit-a3966038 3 juli 19


GaGaDämmerung

“Het is niet het leren van een vreemde taal als zodanig, maar het gebruik ervan, hetzij in de levende omgang met vreemde mensen, hetzij in de bestudering van hun literatuur, dat een nieuw standpunt in iemands tot dan toe bestaande wereldvisie oplevert.” Gadamer noemt dat “hermeneutische ervaring” – en hij heeft er zo’n 500 bladzijden voor nodig om dat uit te leggen.

Dan is een taal leren niet propositioneel neutraal, want Franse “pluie” is vast erger dan de modale Nederlandse “regen.” Maar ietsjes belangrijker: we kunnen het eigenlijk niet goed overschatten omdat het zo subtiel is, maar kunnen twee talen dezelfde fenomenologie teweegbrengen?

“De grondgedachte van de hermeneutiek,” placht hij te zeggen, “is de overtuiging dat de ander wel eens gelijk zou kunnen hebben.

Of iets moois heeft uitgevroten. Maar iemand hoeft mijns inziens in de verste verte geen gelijk te hebben om oortijd te krijgen. Wie ken ik met een zelfverzonnen maar toch samenhangend wereldbeeld?! Waarom zou dát de voorkeur genieten?!

En het is lang geleden, maar typisch batesonisch: de relataal die Limburgers spreken.

“Begrip ontstaat in een wisselwerking tussen ons beiden – en tussen degene die ik wás en degene die ik daardoor wórd. Mijn “bestaande wereldvisie” verandert, maar niet doordat ik haar eerst moet verloochenen. Ik ga het gesprek in met al mijn vooroordelen.

Maar wát klapt er dan zo in? Het moet iets zijn dat op alle niveaus hetzelfde functioneert – en abstractie ademt.

“Als “hermeneutische wezens” zijn we in gesprek met alles en iedereen om ons heen.

Dan is “conceptuele wezens” toch veel scherper, nee, scheppender? Al is het maar omdat de dubbelzinnigheid – haar diëpipedale nadruk, het autonieme karakter van het “concept,” de ordinale fout, nee, het ordinale goud, het olympsychische springen tussen schalen – een scala aan ladders zoals die ene waar je samen met de hoofdchirurg op z’n Jacobs op en weer klom – dat zo moeiteloos wordt uitgevoerd..

“Zo vraagt ook Waarheid en methode erom te worden gelezen als een gesprek, dat nu ook in het Nederlands kan worden gevoerd. Mark Wildschut (die zich eerder al onderscheidde als vertaler van Heidegger, Safranski en Karl Barth) zorgde voor een vlekkeloze tekst die het origineel in elegantie naar de kroon steekt.

Je snapt de metafoor van het gesprek, omdat het voor ons zo voor de hand ligt en je ook kunt spreken van je interactie met een kunstwerk, film of verhaal – wat je ook nog opleest. Vroeger onze interactie met Wodans Eik.

Het gesprek waar Plato ook voor koos.

Want het gesprek is de meester die het groen maakt en het hemel blauw en bovenal het weerlicht dat zich bewustzijn toeschrijft.

Bron: Ger Groot – https://www.nrc.nl/nieuws/2014/04/11/het-leven-is-een-groot-gesprek-1365033-a49411 11 april 14


Ever closer to a conceptual ecology of mind

“Many philosophers view the nature of consciousness as a mystery.

That sounds somewhat weird. Could so many of them be really in the dark? Or may the depth of the riddle be fathomed?

“It is true that much of what the brain does is nonconscious computation, but neuroscientists suspect that our working memory and attentional systems are part of the neural basis of consciousness. These systems are notoriously slow, processing only about four manageable chunks of information at a time.

If some process can be modeled with the help of technological concepts it cannot be taken to mean that “much of what the brain does is nonconscious computation.” It can only be true in the transional sense: that is an effective way to think about it for now, however many other ways will surely come to mind.

“Like consciousness, the nature of the self is a matter of intense philosophical controversy. And given your conception of a self or person, would you continue to exist after adding Merge — or would you have ceased to exist, having been replaced by someone else?

Of course U wouldn’t – but U never would, would U! So the question becomes – how deeply are U vested in your personal phenomenology? That is question of the psyche – and hence the psychology of the future.

“Even if your hypothetical merger with A.I. brings benefits like superhuman intelligence and radical life extension, it must not involve the elimination of any of what philosophers call “essential properties” — the things that make you you.

I beg thee a fair amount of appy polly logies – “essential props?!”

“Unfortunately, there’s no clear answer about what your essential properties might be.

On the contrary – that is fortunate in the extreme! Is it not?

From: Susan Schneider – https://www.nytimes.com/2019/06/10/opinion/future-artificial-intelligence-transhumanism.html 10 June 19


De slagkracht van het abstracte kent geen constante

“Van een ­individu in een bed werd ik opeens onderdeel van een groter geheel. Ik maakte deel uit van alles wat me omringde. Alles werd me duidelijk, helder en overzichtelijk. Ik snapte en wist alles.

Die krachtige ervaring heeft natuurlijk weinig te maken met “het” of zelfs “alles” snappen en weten. Dat blijkt maar weer als je het achteraf onder woorden wil brengen. Maar die bliksemse uitbarsting van neurotransmitters is natuurlijk wel het gevolg van een conceptualisatie die de werkelijkheid als één samenhangend geheel presenteert. Op dat moment ervaar je alles als vanzelfsprekend – dat “overzichtelijk” noemen is nogal een understatement.

Maar dat maakt die ervaring niet minder waardevol. Integendeel, een heel stuk waardevoller.

“Haar behoefte aan een diepgaand gesprek bleef. Het leidde tot haar filosofiestudie en tot haar visie op de mens als een “tweestemmig wezen,” bestaand uit een “ik” en een “dieper gelegen zelf.” Die kunnen soms een gesprek met elkaar voeren.

De ordinale faout par excellence, die Joke Hermsen leeft, maar de ervaring ervan overstijgt onmiskenbaar ons talent om category mistakes te maken.

En is het niet ook een duidelijke indicatie dat we conceptuele wezens moeten zijn? Omdat die ervaren gelaagdheid zo goed te begrijpen is als je er à la Gregory Bateson tegenaan kijkt?

“Ik zie geen voortschrijdend bewustzijn, kijk maar naar al het geweld in de afgelopen eeuw. Het lijkt erop dat we weinig van de geschiedenis leren. Door de eeuwen heen is de mensheid op ethisch vlak niet veel verder gekomen. Het enige dat we kunnen doen, is de geschiedenis en de filosofie blijven bestuderen om te voorkomen dat we in dezelfde valkuilen stappen.

De filosofie heeft op ethisch vlak nauwelijks iets voor elkaar gekregen. Als utilitarisme, zo populair bij de Angelsaksen, ons iets toont, is het wel haar totale ethische faillissement.

En als je het “voortschrijdend bewustzijn” niet ziet, dan ben je bevangen door de waan van de dag. Dan zie je door al die bomen het bos natuurlijk ook niet meer.

En welke professionele valkuilen heeft de filosofie ons doen opsporen? Wee, o wezen zo geteisterd door de oneindige mogelijkheden van het abstracte!

“Dat is een onderdeel van het ervoor zorgen: oor en oog hebben voor wat je bezielt. Maar je doet dat niet omdat hij een bron van wijsheid is. Pogen bezield te leven biedt de mogelijkheid een halt toe te roepen aan de vervreemding waar de moderne mens onder lijdt.

De vervreemding is toch niet iets van de moderne mens? Wil zij werkelijk beweren dat de middeleeuwer geen vervreemding kende?

Desalniettemin genereert de vooronderstelling van een magisch zelf allerhande constructieve conceptuele constellaties. Waar het begrip “wijsheid” op van toepassing zou kunnen zijn, maar wat in ieder geval verreweg de beste kandidaat lijkt.

“Als ik er iets van wil maken, moet ik het nu doen.” Dus wil ik geïnspireerd en bezield bezig zijn. Slaag ik daarin, dan voelt het alsof er een vangnet om me heen staat, alsof er iets is dat mij opvangt. Dat klinkt bizar, maar dat vertrouwen heb ik wel, ja. Dat heeft denk ik te maken met de ziel, die onbegrensd is en gemakkelijk verwantschap kan sluiten met anderen.

Dat is het directe gevolg van de persoonlijke invulling van het abstracte idee van onbegrensde verbondenheid. Die blijft je verrassen. Dat geeft vertrouwen. Niet confidence: faith.

Waarom lachen we anders bij het horen van een goeie mop?

Bron: Fokke Obbema – https://www.volkskrant.nl/mensen/je-kunt-niet-voor-de-ziel-van-de-ander-zorgen-als-je-niet-goed-voor-je-eigen-ziel-hebt-gezorgd~b2cd3c6b/ 5 mei 19


Die Grote Verhalen bevatten zelden meer dan drie lagen

“Maar er is wel zoiets als geloof, geloof in onophoudelijk zelfonderzoek en in overgave aan een grotere eenheid. Het boek eindigt met serene rust, die geen antwoord is, maar een tijdelijk evenwicht.

Geen evenwicht evenwel: geloof in zelfonderzoek en overgave aan het geloof lijken op bijzonder gespannen voet te staan.

When U gotta let go, was it the therapist?

“En het is ook onzin om op grond van Van Bruggens roman te zeggen dat er een eeuw geleden “echtere” kunstwerken met diepzinniger mensen erin gemaakt werden dan nu. Maar er viel me wel iets op dat toch algemeen lijkt: het gebrek aan geloof in iets betekenisvols.

Maar dat is onmogelijk: zelfs de Kardinaal van het Absurde, Albert Camus, heeft de moeite genomen er nog een draai aan te geven. Tja, als je vooronderstelt dat betekenis slechts bij de gratie van het onbegrijpelijke kan bestaan, heb je dan niet domweg je cirkeltje rondgebreid – compleet met allerhande haken, ogen en complementaire weeffouten?

“De troost van de oppervlakte – éven verstrooiing bij doorsnee muziek en standaarddansjes – tegenover het tijdelijk gevonden evenwicht in diep doordenken en doorvoelen van hoe de wereld is.

Nou heb ik Vox Lux niet gezien, maar is de utilitaristische harteloosheid van The Great Gatsby niet juist een knock down argument tegen de mens als merk? Waar je image zwaarder weegt dan gedachten die je plagen?

“De film Vox Lux schetst van alles, trekt wat lijntjes, maar komt met weinig meer dan de angst en de oppervlakkigheid van deze tijd. Die zie je dan, en dat is nogal saai om naar te kijken.

Kunst mag het niet verklappen. Maar als het goed is, kan dat ook niet. Abstractie is de bevrijding van het concrete en Led Zeppelin is haar profeet!

Bron: Marjoleine de Vos – https://www.nrc.nl/nieuws/2019/05/13/ergens-werkelijk-in-geloven-a3959970 13 mei 19


Disco 2-10

Als je iets niet begrijpt, moet je meta.

We kunnen het idee hebben dat realisme noodzakelijk is voor de beroemde “suspension of disbelief.” Realisme is inderdaad een voor de hand liggende manier om “disbelief” te ontwapenen.. ontmantelen.. te ontdoen van haar angel. Ik verzet me overigens tegen het beeld dat de metafoor oproept: dat er iets uitgeschakeld moet worden, omdat het nou juist vertroebelt wat we eigenlijk helder zouden willen hebben: waarom we dat zo makkelijk en graag doen. En überhaupt kunnen.

Maar op een hoger abstractieniveau zie je het diepere patroon: interne inconsistentie is de werkelijke bedreiging voor het gevoel dat je meeneemt met het verhaal.
Cf. het negeren van het feit dat als Michael de Red Angel ware geweest, zij juist niet van alles op de hoogte gesteld had moeten worden. Dan klopt het “gewoon” niet, i.e. dan kan het niet meer overtuigen omdat je merkt dat het script rammelt. Nu, die ervaring van het meta-perspectief van het verhaal is natuurlijk dodelijk: want dat is nou juist waar je je niet van bewust moet worden.

Overigens zit dat natuurlijk achter de terloopse opmerking “Maar gelukkig is het maar een film..” wat dus niet voortkomt uit haar representationaliteit/fictionaliteit, maar uit het voor ons natuurlijke vermogen te switchen van niveau.

Als een film realistisch is en het script rammelt, dan moge duidelijk zijn dat helemaal niemand er mee te maken wil hebben. Maar gelukkig verkleint het realisme zelf de kans erop en lijkt daardoor de reden te zijn dat we het eerder accepteren.


Een epipedonomische bespreking van pedagogische kritiek op De Staat van het Onderwijs (2019)

1. Een kind hoeft geen kennis te vergaren want alles staat op internet.

Maar kennis bestaat niet. We beschikken slechts over conceptualisaties – van evident en dwingend via natuurlijk en voor de hand liggend tot onwaarschijnlijk maar zeker niet onmogelijk tot onvoorstelbaar maar misschien dan toch denkbaar – of andersom. Als je het zo “framet,” dan is ook duidelijker wat de kern van het probleem is: de fundamenten liggen in de sociale context en die is zwanger van fantasmen. De weg naar helderheid is een steil en modderig geitenpaadje.

2. Een kind heeft unieke talenten en krijgt daarvoor gepersonaliseerd onderwijs.
Elk kind is inderdaad uniek, maar dat wil niet zeggen dat alle kinderen op een andere manier leren. Iedereen kan haar of zijn talent ontwikkelen maar dat vergt altijd expliciete instructie en doelgerichte, veelvuldige oefening. Ook Cruijff, Picasso en Einstein hebben duizenden uren geïnvesteerd in de ontwikkeling van hun talent.

Maar met deze drie voorbeelden weerlegt de auteur zijn eigen stelling: veelvuldige oefening (training) is natuurlijk slechts van waarde binnen een specifieke context. Even los van het feit dat gepersonaliseerd onderwijs (a) onbetaalbaar is en (b) in zekere zin per definitie plaatsvindt, omdat iedereen op basis van zijn of haar eigen conceptualisatievermogen, dat afhankelijk is van zowel het abstractieniveau als het referentiekader (set “&” setting) wat de docent over wil brengen, interpreteert.

Ervaren docenten kopen tijd door te werken met opdrachten van een verschillend en passend niveau en zouden moeten kunnen differentiëren.

3. Een kind wordt gecoacht in plaats van onderwezen.

Dat is duidelijk contextafhankelijk: sommige leerlingen hoef je niet te onderwijzen, andere moet je nog meer meenemen.

4. Een kind wordt voorbereid op de snel veranderende arbeidsmarkt.
Het primair onderwijs bereidt het kind niet voor op de arbeidsmarkt.

Maar dat wordt toch ook niet beweerd? Het is evident dat een grotere abstractie-actieradius meer flexibiliteit betekent: vaak genoeg zullen leerlingen hier in mindere mate over beschikken.

5. Een kind mag zelf bepalen wat, hoe, waar en wanneer hij/zij leert.
Wij sluiten aan bij de belevingswereld van uw kind – het klinkt prachtig, maar de school is er juist om de belevingswereld van kinderen open te breken.

Dat is wel zeer cru gesteld: de belevingswereld van kinderen open te “breken?” Wat zijn dit voor Willibrorden Frequin?!

Het punt is natuurlijk dat kinderen zelf al het diepgewortelde talent van de Sapiens – Savvy? – meebrengen en dat je dat veel beter zou kunnen benutten. Maar dat vereist wel grondig begrip van het epipedologisch perspectief, waarvan we de toepassing op het onderwijs zullen leren kennen onder de noemer epipedonomie.

Kinderen zijn immers stapeldol op spelen met concepten. Ze doen niet anders! Ze kunnen niet anders! Daar hoef je niets voor te forceren, je hoeft het alleen maar te stimuleren met nieuwe ideeën. Waarvoor ik terugverwijs naar punt 1.

Bron: Anna Bosman, Robin van Rijthoven, Erik Meester – https://www.nrc.nl/nieuws/2019/04/11/nieuw-ouderwets-onderwijs-a3956604 11 april 19


Abstractie bouw je bottom-up

“Wat op individueel niveau geldt, geldt ook voor de ­samenleving. Het vitale vooruitgangsgeloof uit de jaren zestig en ­zeventig is niet meer; in deze tijd moet ervoor worden gewaakt dat “destructieve krachten” niet de overhand krijgen.

Dat gepruts in de marge? De media bekrachtigen inderdaad sinds enige jaren wel consequent het beeld van het vallen van de avond. Kom op, jongens, proberen objectief te zijn is toch geen kwestie van meewerken aan datgene wat je niet zou willen!

“Om het lot van haar moeder te ontlopen, zette ze vol in op de ratio:

“Ik dacht: als ik het maar kan begrijpen dan kan ik me wapenen tegen die ellendige inzinkingen. Via de wetenschap hoopte ik greep te krijgen op mezelf en de wereld. Dat lukte maar ten dele, al heeft mijn honger naar inzicht me ver gebracht.

Maar we worden grosso modo toch bepaald door onze transio.

“Ik heb eerlijk gezegd helemaal geen behoefte aan een hogere bestemming of een bepaald doel. Voor mij is het genoeg een zinvol leven te leiden. Dat houdt in: goed zorgen voor de mensen om me heen, mijn kinderen, familie, vrienden. Maar ook mijn talenten inzetten voor zaken die ik belangrijk vind. Je kunt dus zelf zin aan je leven geven, maar ik zie geen evolutionair doel.

Maar dat zou toch ook bizar zijn: in de evolutie een doel zien?! En die hogere bestemming? Die is nu juist niet gegeven – maar ook dat is toch niet als iets anders te begrijpen dan gebrek aan inzicht? En toch heeft ze de juiste conclusie getrokken: je inzetten voor zaken die je zelf belangrijk vindt.

“Eerlijk gezegd hadden we het er nooit over. “We zijn op aarde, want we zijn geboren,” daar hield het ongeveer op.

Het antropisch principe dat weinig toelicht. Maar het feit dat mijn persoonlijkheid niet past bij vervlogen tijden zou iets van een tipje van de sluier moeten zijn – mijn ouders konden alleen maar “samenkomen” door de naoorlogse organisatie van het tertiair onderwijs, enz.

Een aleatoir perspectief kan ook iets toevoegen: het bewustzijn kan niet ervaren worden zonder het idee van een persoonlijkheid: zoals wij de waarden van ons referentiekader “zijn,” kunnen wij dat niet ervaren als een keuze (Taylors argument tegen Sartres “of mijn moeder of mijn vaderland”).

Wat kunnen we nog meer?

Q: “Kunt u die aversie tegen de zinvraag uitleggen?

A: “Ik denk dat het werd gezien als een vraag die hoorde bij voorgaande generaties. Daar waren we aan voorbij, dachten we. Wij richtten ons op de samenleving als mensenwerk. In de jaren zestig en zeventig was het optimisme enorm – de betrokkenheid bij het leed van mensen aan de andere kant van de wereld groeide, er werd positief over de mondialisering gedacht en de secularisering werd als een bevrijding gezien.

Ik zou werkelijk niet kunnen bedenken hoe je dat niet als zinvol kunt uitleggen.

“Vroeger vond ik het geloof achterhaald en een beetje dom, hoe kon je dat toch allemaal geloven? Daar ben ik echt van teruggekomen. Zonder dat ik mezelf overigens religieus vind. Maar ik zie nu dat het over waarden gaat die ernstig verwaarloosd zijn.

Bevrijding gaat gepaard met verlies, maar het is niet altijd andersom. Maar zonder die bevrijding – wattan?!

“We missen ook een element van de zuilen, namelijk de verbinding die zij tussen laag en hoog, arm en rijk, legden.

Ja? Bekommerde de rijke katholiek zich om de katholieke arbeider? Of had die laatste dat idee?

“Het blinde proces van de evolutie, waarin er geen schepper meer is, is voor veel mensen een onveilig idee. De mens heeft behoefte aan iets groters dan hijzelf dat ergens op is gericht. Het idee van chaos of willekeur is bedreigend.

Dat kan niet waar zijn en evolutie wordt vanzelfsprekend gewoonlijk verkeerd uitgelegd (geluk vs gestructureerd geluk zoals een doelpunt, fantasie vs gestructureerde fantasie zoals een theorie). Het grotere is natuurlijk het leven na de dood: al onze kinderen.

Maar bovendien saillant: een principe op een hoger abstractieniveau (ordenend) wordt tegenover chaos (i.e. aleatoriteit) gezet: het zien van samenhang vs. het ontbreken ervan. En wij als conceptuele wezens zien het duidelijk: wij zullen altijd allerlei vormen van samenhang waarnemen, omdat dat ons talent is. Chaos is ondenkbaar.

Het grotere wordt door ons dan ook als noodzakelijk ervaren: hogere abstracties ervaren we als dieper – de ervaring van meer samenhang heeft meer impact – wat we ook zo mooi terugzien in het positieve gevoel wanneer het kwartje valt. (Kanttekening: mensen die hoopten dat ze bijzonder slim waren kunnen teleurgesteld zijn terwijl de traagheid van hun begrip langzaam tot hen doordringt, wat overigens niet terecht is.)

“Ook het omarmen van de meritocratische gedachte reken ik tot de vooruitgang: niet door je afkomst, maar door te leren verwerf je een positie.

De meritocratie is natuurlijk ook een nieuwe verschrikking en Nobel-prijzen een chimaera. Of bedoel ik: een absurditeit. Is niet het feit voldoende beloning voor een wetenschappertje?

“Bovendien is vooruitgang geen vanzelfsprekende gang van de geschiedenis. Het kan ook keren, het staat niet zo in het plan der schepping geschreven. Mensen zijn helaas in staat alles weer af te breken. Zowel de scheppende als de vernietigende kracht huist in ze.

Dit lijkt me duidelijk onwaar: hoewel het niet “vooruitgang” is wat onomkeerbaar is, kunnen de meeste ontwikkelingen niet zonder meer gekeerd worden. De neiging van ongelijkheid om toe te nemen is niet het tegenovergestelde. De impact van technologische ontwikkeling wordt steeds groter. Het internationaal recht kreeg pas 400 jaar geleden haar eerste Gestalt (Yo, Hugo..).

En tenslotte toch iets over die finale frase: sommige ideeën zijn veerkrachtiger dan andere. Om ze dan in niet meer dan twee categorieën in te delen lijkt een nodeloze vereenvoudiging (hoewel dit dus een voorbeeld van vertweevoudiging zou zijn): zo’n soort hyperabstractie die de wet van de uitgesloten derde volgt, kan bijna geen betrekking hebben op concrete fenomenen zoals de kracht die ons voortstuwt als we zo graag iets willen.

Bron: Fokke Obbema – https://www.volkskrant.nl/mensen/christien-brinkgreve-doorgrond-je-eigen-verlangens-en-angsten~b7d9977d/ 14 april 19


Gelukkig is alles weer gewoon verklaarbaar.

“De motieven van complotdenkers verschillen onderling, maar volgens Harambam zijn er ook overeenkomsten te vinden. Vrijwel alle complotdenkers die hij voor zijn onderzoek sprak, omschrijven hun transformatie als “wakker worden.”

Vroeger hadden mystici het patent op de metafoor van het wakker worden. Het is een interessante metafoor en niet alleen vanwege het feit dat we kunnen dromen, een belangrijke aanleiding moet zijn geweest om te twijfelen aan het naïef realisme (i.e. het idee dat onze zintuigen ons vertellen wat er is). Plato maakt er met zijn Grot ook gebruik van en het is duidelijk hoe groot de impact van Socrates op hem is geweest: als de persoon die hem als tiener wakker schudde uit zijn dromerige fantasieën die alle prinsjes zullen hebben en toonde dat wat wel duurzame waarde heeft.

Wat het sapiens-talent is: ons vermogen te abstraheren, te conceptualiseren, in goed Nederlands begrijpen, wat het mogelijk maakt niet langer gehypnotiseerd door het concrete uit te vinden hoe het zit. Wetmatigheden en essenties af te leiden, zodat de werkelijkheid niet langer zou gedragen als een stel ruziënde Goden en alle collateral damage die daarbij hoort.

“Ineens leek het kwartje te vallen, ineens zagen ze dat De Waarheid, zoals kennisautoriteiten als de wetenschap en de media verkondigen, niet bestaat. Of heel anders lijkt te zijn.

Het kwartje valt. Of de clou te pakken hebben. De mop vatten. Persoonlijk ben ik voor het kwartje valt, omdat de metafoor zo apart is. Alice viel en viel en viel. Wat overkwam het kwartje dan?

Maar wat het allemaal om draait: als we de ervaring hebben dat het kwartje valt, dan bedoelen we “dat we het zien.” We hebben die conceptualisatie te pakken die ons in staat stelt de situatie in een nieuw licht te zien en niet langer als een raadsel (zie ook de artikelen van tweede helft augustus jl.). Ik hou ook van de manier waarop “het” wordt gebruikt: het lijkt zo gewoon om de bliksemschicht van inzicht als iets doodnormaals te beschouwen. Het “het” suggereert dat we in allerlei verschillende domeinen hetzelfde proces doormaken: je kunt het overal voor gebruiken.

Maar welke conclusie trekken we hieruit? Vanaf het moment dat het kwartje is gevallen, begrijpen we een bepaalde situatie als iets anders, maar de eerste keer dat dat voor die situatie is gebeurd, ervaren wij dat als “het nu wel zien” waar we voorheen niet wisten “wat het was.” Dus iemand die kranten leest en “ontdekt” dat alle media corrupt zijn, ervaart die conceptualisatie als, zoals Kolonel Kurtz het zei: “.. A diamond bullet right through my forehead. And I thought: My God… the genius of that. The genius.

“The genius” ben je in dit geval natuurlijk zelf. Het idee dat de kwartjes in ons hoofd aan de lopende band van de lopende band lopen, is fataal voor het idee dat je de Waarheid zien kunt, maar hoe vaak keren mensen hun wereldbeeld om (of “bekeren” zich)? Ik zou durven stellen: 0 of 1 keer. En 1x is al bergen werk. Het lijkt dan ook onwaarschijnlijk dat er voldoende ruimte is voor NOG een keer.

Het moge duidelijk zijn dat de meeste mensen het houden bij datgene waar ze mee begonnen. Of proberen uit te breken en boomerangen. Of werkelijk uitbreken. Maar vervolgens daar weer uitbreken?

Het gevoel hebben dat je “het” nu wel ziet – “het” nu wel scherp ziet, geeft je het idee dat je de Waarheid bij Haar ballen heeft. Een openbaring. Maar hoe wordt dat gevoel eigenlijk gerealiseerd? Waarom zouden we zo’n fijn gevoel krijgen als we het “door hebben?” Omdat we ten diepste zoveel houden van de Waarheid (met haar vrouwelijke vormen)?

Leren dat 7+8 en 15+161 vergelijkbare sommen zijn en dit begrip tonen door in het vervolg correct op te tellen – is dat een Goddelijk Wonder? Precies zoals we tegenwoordig weten dat het waarnemen van de wereld een ongelooflijk complex proces is en in de verste verte niet weergegeven wordt in onze ervaring, kan de ervaring van de openbaring niet iets anders zijn dan de beloning die we ervaren als we ons conceptuele talent succesvol aanwenden. Dus de ervaring van de Waarheid is de ervaring van het toepassen van een idee. Mijn God, die ervaring zou ons toch eigenlijk tot het inzicht moeten leiden dat ieder goed idee, dat als conclusie wordt begrepen, juist een aanknopingspunt voor nog veel verder is.

Waarom zo’n grote beloning? Dat zou de vraag moeten zijn. Hoe is het mogelijk dat we zo’n krachtige sensatie ervaren als we opeens zien hoe het werkt? Dus in feite middels een idee de te begrijpen concrete fenomenen als hetzelfde zien? Waarom lachen we om een goede mop?

“De meeste complotdenkers verwerpen dan ook het idee dat ze in waanbeelden geloven. Ze omschrijven zichzelf eerder als zoekers van de waarheid, kritische geesten, “omdenkers,” tegendraads, of juist sceptisch.

Het probleem is echter dat ze slechts een stap weten te zetten. Hun sceptische houding vervliegt bij het eerste alternatief, wat verklaarbaar is vanuit de impact van het unificerende, door henzelf uitgevonden principe, maar hun naïviteit slechts vervangt met narcisme. De overtuiging “het” gevonden te hebben immers geeft je toch dat gevoel dat je speciaal bent. En natuurlijk dat hun oorspronkelijke sceptische houding al die tijd gerechtvaardigd is geweest.

“Wat Harambam van deze mensen heeft geleerd, en is gaan waarderen, is dat veel complotdenkers een oprecht streven hebben naar waarheidsvinding. Ze zien de gevestigde orde van wetenschap, media, politiek, kerk als gecorrumpeerd. Deze instituties doen volgens hen niet meer waar ze voor bedoeld zijn.

Dat trof me ook: hun wereldbeeld is op een bepaalde manier ingewikkeld, maar al die verschillende clubs, die totaal niet met elkaar overweg kunnen, worden op de conceptueel minst complexe wijze verenigd: door ervan uit te gaan dat ze verenigd moeten zijn. Discrepanties zijn dan dus altijd bewust geplant om ons te misleiden.

“Volgens Harambam kunnen we veel complottheorieën dan ook zien als een vorm van maatschappijkritiek. “Ze gaan vaak over machtsconcentratie, ongelijkheid, over de elite die alles controleert.”

Maar doen dat dus door wat simplistisch te veronderstellen dat alles bewust wordt gedaan door een goed georganiseerde club – of twee eeuwig in oorlog. Zie die voordelen van ons conceptuele talent! Ongetwijfeld werd de jonge sapiens uitgelachen: knielend voor een boom. Hunkerend naar autonomous weapon systems. Onbeheersbaard.

Bron: Dimitri Tokmetzis – https://decorrespondent.nl/8236/complotdenkers-zijn-normaler-dan-je-denkt/1654534182708-84cac8bc 8 mei 18