De ecology check als center piece

Als je ergens niet volmondig voor gaat, dan heb je, zo in wezen nog redenen die het gedrag (nog) niet mogelijk maken. Zeg maar, het inzicht van de ecologische toets veralgemeniseerd.

Wat dit voor redenen zijn en of het inderdaad “dingen” als “redenen” zijn, is dan ook de vraag. Het kan immers ook een niet ter zake doende associatie zijn, maar dat merk je gauw genoeg als je het gewenste gedrag “uitprobeert,” dus in verbeelding de stappen volgt.

Je zou verwachten dat hoe minder een probleem geïsoleerd bestaat, hoe meer onvoorziene “weerstand” er tegen is. Desondanks ken je de structuur niet en het een blijkt een gordiaanse kluwen (leven zonder de “sloop” van het geritualiseerde gedrag dat we “de verslaving” noemen), terwijl het ander een axiomatische vergissing blijkt, “legacy” uit vervlogen tijden van houtjetouwtjesoftware.

Ontegenzeggelijk kunnen we dus wel een beroep doen op onze intuïtie, omdat er geen andere reden lijkt te kunnen zijn voor ons gedrag dan de detailstappen van A” naar B” te zetten. In theorie zou het immers ook mogelijk zijn dat “ergens een brug is opgeblazen” of naar Italiaans model ontbreekt, maar dat zou duidelijker moeten worden.

Het bewustzijn moet het immers hebben van de verbeelding, i.e. de representationele vorm, waar alle ervaringsfactoren in één synesthetische context moeten kunnen “vervloeien.” Die context is natuurlijk het gevoel, ik zou ook niet kunnen bedenken wat het alternatief zou zijn.

Dat we aan de lopende band stuiten op ordinale fouten, dus drogredenen, zou dan ook voor de hand liggen. En dit is ook de reden voor de onduidelijkheid van onze problemen. Zeker als zo’n probleem kritisch wordt: repareren op zee is al lastig, maar tijdens een storm onmogelijk, ware het niet dat de metafoor hier als bevrijdend moet worden ingezet. Metaforen zijn immers instrumenteel en essentieel tegelijkertijd.

Overtuigingen zouden immers gebaseerd moeten zijn op “feiten” (i.e. als meer concreet voorgestelde conceptualisaties), coherentie (ecologische toets), willekeurige aannames die juist bij gebrek aan coherentie een meer axiomatische status kunnen krijgen (“dit vind ik nou eenmaal”), “diepe overtuigingen” die gearticuleerd worden, .. maar ze kunnen niet gebaseerd zijn: zo kunnen alleen verbonden zijn.

Alle ervaringen kunnen op alle niveaus (de soorten “redenen”) terugkomen als factor van betekenis, wat in feite meer mogelijkheden biedt, maar natuurlijk wel zo verwarrend is. Hoe abstracter jij het kan maken, hoe meer impact je ideeën hebben: je actieradius wordt dus alleen beperkt door je denken. Het probleem van “transferrence,” dat de therapie werkt, lijkt te wijten aan het probleem dat je altijd veel te veel contexten tot je beschikking hebt en de “therapeutische toepassing” nog niet hebt omarmd, omdat je die nog niet ziet, of beter, voelt.


Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *