Niet de letter maar de geest, oh nee, het spook van de recessie

Zie https://www.nrc.nl/nieuws/2019/08/16/voor-het-eerst-sinds-2008-recessiealarm-in-vs-a3970219

De achtergrond lijkt me op zichzelf duidelijk. Nu het gedachtenexperiment:

Volgens mij kunnen we 4 opties onderscheiden als we dit grofweg indelen in termen van objectief-nonobjectief (cis-objectief vs trans-objectief?):

p. Een omgekeerde rentecurve impliceert een recessie en we zijn daarvan overtuigd (geraakt).
q. Een omgekeerde rentecurve impliceert een recessie, maar we weten dat niet zeker of geloven niet dat dat zo is.
r. Een omgekeerde rentecurve is slechts een indicator voor een recessie, maar we zijn ervan overtuigd dat (p) en dáárom gebeurt het altijd.
s. Een omgekeerde rentecurve is slechts een indicator voor een recessie en we zien dit in. In een enkel geval wordt een recessie afgewend.

Welnu, in geval (q) gedraagt de relatie tussen rentecurve en recessie zich onafhankelijk van onze gedachten erover (i.e. we kunnen hoog of laag springen, het gebeurt) en in geval (p) volgen onze gedachten de werkelijkheid (zoals in het geval: “Het is zonnig.”). In geval (r) wordt de relatie tussen rentecurve en recessie beïnvloed door ons denken erover, maar we hebben dit niet door.

Wat deze 3 gevallen p-q-r gemeen hebben, is, zo lijkt me, dat we merken dat we te maken hebben met een proces waar we geen grip op hebben of krijgen. Dus ook in geval (q). Alleen geval (s) geeft enige “vrijheid,” maar dat moet dan ook collectief worden gerealiseerd.

Is deze asymmetrie niet het hart van het probleem?


Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *