De slagkracht van het abstracte kent geen constante
“Van een individu in een bed werd ik opeens onderdeel van een groter geheel. Ik maakte deel uit van alles wat me omringde. Alles werd me duidelijk, helder en overzichtelijk. Ik snapte en wist alles.
Die krachtige ervaring heeft natuurlijk weinig te maken met “het” of zelfs “alles” snappen en weten. Dat blijkt maar weer als je het achteraf onder woorden wil brengen. Maar die bliksemse uitbarsting van neurotransmitters is natuurlijk wel het gevolg van een conceptualisatie die de werkelijkheid als één samenhangend geheel presenteert. Op dat moment ervaar je alles als vanzelfsprekend – dat “overzichtelijk” noemen is nogal een understatement.
Maar dat maakt die ervaring niet minder waardevol. Integendeel, een heel stuk waardevoller.
“Haar behoefte aan een diepgaand gesprek bleef. Het leidde tot haar filosofiestudie en tot haar visie op de mens als een “tweestemmig wezen,” bestaand uit een “ik” en een “dieper gelegen zelf.” Die kunnen soms een gesprek met elkaar voeren.
De ordinale faout par excellence, die Joke Hermsen leeft, maar de ervaring ervan overstijgt onmiskenbaar ons talent om category mistakes te maken.
En is het niet ook een duidelijke indicatie dat we conceptuele wezens moeten zijn? Omdat die ervaren gelaagdheid zo goed te begrijpen is als je er à la Gregory Bateson tegenaan kijkt?
“Ik zie geen voortschrijdend bewustzijn, kijk maar naar al het geweld in de afgelopen eeuw. Het lijkt erop dat we weinig van de geschiedenis leren. Door de eeuwen heen is de mensheid op ethisch vlak niet veel verder gekomen. Het enige dat we kunnen doen, is de geschiedenis en de filosofie blijven bestuderen om te voorkomen dat we in dezelfde valkuilen stappen.
De filosofie heeft op ethisch vlak nauwelijks iets voor elkaar gekregen. Als utilitarisme, zo populair bij de Angelsaksen, ons iets toont, is het wel haar totale ethische faillissement.
En als je het “voortschrijdend bewustzijn” niet ziet, dan ben je bevangen door de waan van de dag. Dan zie je door al die bomen het bos natuurlijk ook niet meer.
En welke professionele valkuilen heeft de filosofie ons doen opsporen? Wee, o wezen zo geteisterd door de oneindige mogelijkheden van het abstracte!
“Dat is een onderdeel van het ervoor zorgen: oor en oog hebben voor wat je bezielt. Maar je doet dat niet omdat hij een bron van wijsheid is. Pogen bezield te leven biedt de mogelijkheid een halt toe te roepen aan de vervreemding waar de moderne mens onder lijdt.
De vervreemding is toch niet iets van de moderne mens? Wil zij werkelijk beweren dat de middeleeuwer geen vervreemding kende?
Desalniettemin genereert de vooronderstelling van een magisch zelf allerhande constructieve conceptuele constellaties. Waar het begrip “wijsheid” op van toepassing zou kunnen zijn, maar wat in ieder geval verreweg de beste kandidaat lijkt.
“Als ik er iets van wil maken, moet ik het nu doen.” Dus wil ik geïnspireerd en bezield bezig zijn. Slaag ik daarin, dan voelt het alsof er een vangnet om me heen staat, alsof er iets is dat mij opvangt. Dat klinkt bizar, maar dat vertrouwen heb ik wel, ja. Dat heeft denk ik te maken met de ziel, die onbegrensd is en gemakkelijk verwantschap kan sluiten met anderen.
Dat is het directe gevolg van de persoonlijke invulling van het abstracte idee van onbegrensde verbondenheid. Die blijft je verrassen. Dat geeft vertrouwen. Niet confidence: faith.
Waarom lachen we anders bij het horen van een goeie mop?
Bron: Fokke Obbema – https://www.volkskrant.nl/mensen/je-kunt-niet-voor-de-ziel-van-de-ander-zorgen-als-je-niet-goed-voor-je-eigen-ziel-hebt-gezorgd~b2cd3c6b/ 5 mei 19