Bewijs voor de ander
Waarom heb je voor therapie twee mensen nodig?
Omdat het moment dat je “het” ziet “het” jouw bewustzijn gaat beheersen en je de “abstracte” lijn misschien niet langer vast kunt houden. Die beheersing door het inzicht brengt sowieso meanderingen met zich mee. Zonder een ander die die ervaring zelf niet heeft (de therapeut) word je daar als het ware zo in meegesleept.
De metafoor: Probeer anders een meditatie-oefening uit te voeren terwijl je je die nog eigen maakt. Het obstrueert het proces.
Het probleem betreft de generativiteit van het bewustzijn: je kunt ontzettend veel tegelijk(ertijd) en doet dat ook altijd, maar het bewustzijn of de beleving ervan wordt daardoor wel erg sterk gevervormd. Het “probleem” is dan ook dat er geen manier kan zijn objectief te bepalen wat er moet gebeuren. De verbeelding van de persoonlijkheid van het zelfinzicht – transionele kennis – identificatie met je overtuigingen die structuur geven aan je identiteit – neemt je altijd weer mee de diepte in. Oogt het ook niet volkomen onnatuurlijk als iemand zich niet mee laat slepen met zichzelf? Hebben we niet de neiging dat als overmatig rationeel te bestempelen?
De tweede persoon hier is essentieel. Zonder de tweede persoon kun je een therapeutisch proces eigenlijk nooit voltooien. Je moet immers de ruimte hebben een train of thought te volgen – vrij te zijn om het te beleven – terwijl je er ook buiten moeten kunnen staan: om het proces zelf te beschouwen om het te kunnen begrijpen.
Je moet er in zitten en er boven staan – tegelijkertijd. (Overigens zijn er natuurlijk psychedelische settings waar dit makkelijker lijkt.)
Maar als de tweede persoon essentieel is, onmisbaar is, dan is het niet mogelijk het proces te begrijpen vanuit een subject (de belever) en een object (de belever). Het moet klikken: iemand leeft zich in, hetgeen natuurlijk beperkt is. Hoe noemen we deze rol? De project? De conject?
Voor wetenschap hebben we natuurlijk ook twee mensen nodig. Maar dan moet de een juist hetzelfde vinden als de ander: de waarneming moet voor beide waarnemers gelijk zijn – op hetzelfde neer komen. Zonder bevestiging kunnen we van wetenschap niet spreken.
Maar als het gaat om vragen over je waarderingscontext, die immer in Frage is, over aangrijpingspunten of scharnierpunten waar je overtuiging uit mos bestaat en kwetsbaar is, dan draait alles juist om anders. Hoe eenvoudig lijkt het (ie ons) geestelijk leven als je tussen de eerste en de derde persoon een tweede zet?
Als we zouden beschikken over privileged access en in het geheel voorbijgaan aan veel voorkomend “gebrek aan bewustzijn van onszelf” als het gaat om te beoordelen hoe ontspannen je bent, omdat je geen bench mark hebt voor je mind setting, dan kunnen we toch helemaal niet verklaren dat we iemand anders nodig hebben om duidelijkheid te krijgen over ons innerlijk leven?
Dan zou Sook helemaal nooit vragen hebben kunnen stellen!
Die zouden immers direct zijn beantwoord.