Dromerig..?
Soms beschrijven we mensen als “dromerig.” Maar is dat terecht?
Dat wil zeggen: zijn ze mentaal actief op een manier die iets te maken heeft met dromen?
De intuïtie roept misschien dat ze niet direct reageren op de externaliteit, op ons bijvoorbeeld, of op een verkeerssituatie, op een manier die lijkt te getuigen van een sterke verbondenheid met die externaliteit. Ze lijken niet geëngageerd, zoals een hond vaak heel sterk gericht is op de mensen om hem heen. We gaan als van nature uit van het primaat van de externaliteit: die wereld om ons heen. Die is duidelijk doorslaggevend. Waarom katapulteren we de dromer dan direct de droomwereld in? Omdat we geen alternatief wagen waar te nemen? Omdat die onzichtbaar is maar dwingend zoals .. dromen dat zijn?
Waarom zou de dromer niet totaal iets anders aan het doen zijn?
Omdat ie zegt “te dromen?” Is juist dat niet aangeleerd? En opgespeld?
Le penseur.. Le rêveur..
Een dromer droomt toch niet. Hij wacht.
Zijn kans af.
