When philosophy becomes diplomacy
Plessner zei het misschien niet scherp genoeg toen hij probeerde uit te leggen waarom wij “van nature kunstmatig” moeten zijn:
“The human mind must always be focused on what isn’t there.
Kijk, filosofie lijkt gericht te moeten zijn geweest op het uitvinden van hoe het zit. Dit wordt dan ook gesuggereerd een eigenschap van de geest te zijn, dwingend en nieuws-gierig. Maar als we het socratisch gesprek beschouwen als holbrookesque, dan veranderd alles.
Leuk bedacht natuurlijk – de geest kan iets begrijpen – maar kan het dat?
Hoe moet het iets begrijpen als het dat niet eerst verbeeldt? Maar als het dat doet en het dat is wat het doet, dan is elkaar overtuigen een kwestie van diplomatie, of niet?
Diplomatie met een beetje math?
