Wat gun ik je dan?

Ooit, lang geleden in een ver, koud land was ik aan het einde van mijn Latijn. Dat gun je vooral je ergste vijanden, mocht je daar toevallig over beschikken.

De Gordiaanse knoop van het ondermaanse had zich als een woekerplant weten te verschansen rondom mijn keel waar het zich vermomd had als “Toby Radio,” naar Bruine Toby van The West Wing. Toby Radio sleepte mij door deze periode, maar hoe gemêleerd en gelaagd ook, voor plat tijdverdrijf plan ik altijd onvoldoende tijd in.

En zoals dat dan gaat, in het geheel geen relatie leggend met het koddige initiatief dat de Finnen toonden op 22 juni 1941, de Russische koe bij de hoorns vattend, zag ik mijn situatie als een verschrikkelijke worsteling. Terwijl ik vond, mezelf ervan poogde te overtuigen, hoopte, halfslachtig bepleitte of vurig bezong dat als er een zinnige bijdrage aan deze club mogelijk zou zijn dit onbetwijfelbaar van doen heeft met Albert Hofmanns psychedelische revolutie.

Want zoals er staat geschreven (maar ik heb geen idee waar):

“Filosofen doen het goed maar ze beschikken alleen over HB-potloden. Kleur is hun probleem. En diepte van kleur ook. En het effect van olieverf ook. Als de vorm haar inhoud niet schraagt, hoe makkelijk is het dan de inhoud te vatten?


Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *