IN FRAGE
Ik verwoord het inderdaad verkeerd…
Hij zegt: “Want sociale wetenschap gaat ook over waarden, motieven, verwachtingen en onzekerheden.
Maar is dat dan het verschil? Wat maakt het onzeker?
“In de natuurwetenschappen bieden in het verleden behaalde resultaten meestal inderdaad een garantie voor de toekomst. De natuurwetten zijn tijdloos: een appel die gister naar beneden viel, zal dat morgen ook doen.
“Economische modellen slaan de plank mis, omdat ze gisteren beschrijven, niet vandaag en al helemaal niet morgen.
“Of zijn de wetten van het menselijk handelen fundamenteel onkenbaar?
Het punt is hier – hij slaagt er juist niet in, omdat hij helemaal niet inzichtelijk maakt wat het echte probleem is. Wat is de crux?
Telkens als een filosoof definieert wat kunst is, komt er een kunstenaar die de boel weer in de war schopt.
Hoe kan dat?
Wat maakt het onzeker?
“Keynes betwijfelde dan ook of Tinbergens formules ‘de volgende keer ongeveer hetzelfde werken als de vorige keer.’”;
“En hij vroeg zich af hoeveel plek er (…) was voor ‘niet-cijfermatige factoren, zoals uitvindingen, politiek, arbeidsconflicten, oorlogen, aardbevingen en financiële crises?’”
“En hij vroeg zich af hoeveel plek er (…) was voor ‘niet-cijfermatige factoren, zoals uitvindingen, politiek, arbeidsconflicten, oorlogen, aardbevingen en financiële crises?’”
Het probleem is dat (o.a.) het cijfermatige model van Tinbergen niet toereikend is om de economie mee te beschrijven. Wat maakt het onzeker? Het feit dat menselijk handelen aan de basis staat van economie en dat per definitie een onzekere factor is (als in: moeilijk te voorspellen). Menselijk handelen maakt (dus) dat economie geen natuurwetenschap is.
Hij sluit hiermee af: “In het licht van zoveel open vragen kunnen we één ding zeker doen: heel veel bescheidenheid tonen.”
Waarmee hij volgens mij toegeeft het probleem niet op te lossen maar vooral veel vragen te hebben waardoor bescheidenheid tonen wenselijk is.
‘Telkens als een filosoof (…) in de war schopt.’ Doet mij denken aan het feit dat iets dat wordt geobserveerd veranderd wordt door die observatie (doch niet hetzelfde). Is dat niet een beetje als waar je vanochtend op doelde met de vraag wie bepaalt wanneer er sprake is van pesten? Het antwoord zal anders zijn wanneer je het een pester vraagt en niet een gepeste. Is de filosoof wel de aangewezen persoon om de kunstenaar te vertellen wat kunst is? Moet het niet andersom?
